Artikel in De Groene Amsterdammer over de effectiviteit van maatregelen ter voorkoming van jeugdcriminaliteit. Naar schatting dertig miljoen euro van het geld dat gemeenten jaarlijks van het ministerie krijgen gaat naar niet-onderbouwde interventies, zo blijkt.
De programma’s die wel wetenschappelijk zijn onderbouwd gebruiken gemeenten daarentegen nauwelijks. . Van alle gedragsinterventies die gemeenten samen inzetten is naar schatting slechts acht procent erkend. ‘Er is een wildgroei aan allerlei preventieprojecten ontstaan’, zegt Trimbos-onderzoeker Martha de Jonge. ‘Er wordt onder het mom van innovatie veel prut gemaakt, omdat er veel vraag én veel geld voor beschikbaar is.’ De gevolgen zijn groot: goed onderbouwde interventies, die er wel degelijk zijn, worden door het optuigen van al die niet-onderbouwde alternatieven minder gebruikt. Zo krijgen kwetsbare jongeren niet de hulp die ze wel nodig hebben. Om gemeenten de weg te wijzen schreef hoogleraar Geert-Jan Stams in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid een rapport dat in juni aan de Tweede Kamer is verstuurd. Gemeenten moeten een kleiner aantal projecten inzetten en focussen op interventies die erkend zijn, schreef Stams. Zie ook Productie 240520-Landelijk Kwaliteitskader en Productie 240703-Programma’s voor jongeren die crimineel dreigen te worden, werken die wel?